De kaap van de 30

 

Al heel veel jaren loop ik hard. Vaak zijn mijn trainingen ergens tussen de 5 en 10 kilometer lang. Af en toe een klein piekje naar een 12 km. Gister ging ik de kaap van de 30 km voorbij voor het eerst in m’n leven.

 

Trainen voor een 10 mijl of een halve marathon, dat waren tot nu toe vaak de doelen. Of nog leuker, de 14 km lange trailrun over de N70 bij Nijmegen met meer dan 450 hoogtemeters in zich. Dat waren zo de verste doelen. Dat valt in het niet bij die TCS Marathon van Amsterdam die voor half oktober in de agenda staat. Dan gaan de schoenen op zondag 16 oktober vroeg in de ochtend op stap naar de finishlijn van die beroemde 42 kilometer en 195 meter.

10 mijl doe je gewoon

Wat is nu de grap aan die lange trainingen, een halve marathon lijkt niet meer een hoog doel. Een tien mijl loop je zomaar als training voor een marathon. Waar ik in het verleden tijd voor nam om naartoe te werken zijn slechts afstanden geworden die er even in meegaan. Dat verzet ook je beleving van hardlopendoelen en trainingsafstanden. De les voor alle hardlopers, dat kan je gewoon als je maar opbouwt.

 

De afgelopen weken stonden in het teken van trainen. Niet hard gaan maar trainen en opbouwen. Nu met 30 km – om precies te zijn het waren 31 kilometers – voelt aan de ene kant die marathon haalbaar. Maar het was ook wel weer in de laatste 4 tot 3 kilometer dat er niet heel veel meer in de tank overbleef. De blik op die laatste 11 km en 195 meter is dan toch eentje die samenvalt met gedachten over hoe zwaar het wordt.

 

Tot nu toe heb ik de grens alsmaar verlegd in trainingsafstanden. Binnenkort ga ik echt ook wat meer doen aan de kwaliteit zoals dat zo mooi door trainers wordt genoemd. Toch krijg ik van alle kanten nu het advies om tot het eind veel op lage hartslag te trainen en daarmee maak je langzame kilometers. Hé, wat is kwaliteit? Want ondertussen merk ik aan het verleggen van de afstandsgrens dat je er telkens net weer een stukje sterker van wordt. Dat is ook winst in kwaliteit.

 

Niet alles op lage hartslag

Ik kon me niet helemaal inhouden. In die 31 km heb ik iets meer dan 2 km vlot afgelegd. Snel zou een té groot woord daarvoor zijn. Beide kilometers gingen in een snelheid waarbij de klok onder de 5 minuten per kilometer kwam te staan. Dat zijn toch vele seconden sneller dan mijn van tevoren ideaal geachte tempo voor de marathon in Amsterdam. Overigens begin ik wel te twijfelen of ik dat bedachte tempo wel volhoud 42 kilometer lang.

 

Daarom blijft het een vast onderdeel om mijzelf in rustige duurlopen mijn kracht op de lange afstanden te versterken. Wie weet is de basis dan zo sterk op de wedstrijddag dat ik wel dat beoogde tempo de hele afstand lang in het asfalt kan drukken. Hé ook altijd lief voor jezelf blijven, want je moet ook gewoon gezond bij de startstreep staan. Dat lukt met goed opbouwen en ook genieten van je omgeving.

 

Al dat moois ervaren

De 30-31 is binnen. Niet teveel de teugels loslaten op snelle kilometers, ook al doe ik dat graag. Goed opbouwen in de komende 5 weken met een rustige hartslag en dan wordt het genieten door de hoofdstad en naar buiten langs de Amstel. Dat is ook een reden om misschien niet té snel te willen gaan tijdens de wedstrijd. Dan kun je al dat moois ook echt ervaren.

 

#TCSAmsterdamMarathon

#MoveYourHeartToTheBeat

Populaire posts